25-jarig huwelijksfeest
Op 6 september 1931 was het echtpaar Hein en Koosje Winter 25 jaar getrouwd. ‘Hunne 25-jarige echtvereniging’ werd op donderdag 17 september herdacht en werd er een diner en feest gegeven. Speciaal voor deze gelegenheid gaf de Pastoor het gezin en genodigden dispensatie in de Onthoudigswet tot vrijdag 18 september middernacht.
Het bruidspaar werd verrast door een prachtige erepoort van de de toneelvereniging Genesius en het feest was opgeluisterd met voordrachten van Bep en Coby en van de oudste dochters To, Marie en Janie.
Oud buurman Willem Nieman uit de Mennonietenbuurt gaf met zijn voordracht een inkijkje in het leven van toen.


Foto gemaakt ter gelegenheid van het 25 jarig huwelijksfeest van Hein en Koosje in september 1931
Voordracht van W.A. (Willem) Nieman op het 25 jarig huwelijksfeest 17 september 1931.
Het is vandaag een dag van vreugd
En allen zijn wij zeer verheugd
Vandaag voor vijf en twintig jaar
Werden Hein en Koosje saam een paar
Het was in de Mennonietenbuurt
Dat Hein een huisje had gehuurd
Het was wel een heel klein ding
Maar samen konden ze er wel in
Hier woonden zij zowat een jaar
Toen kwam eensklaps de ooienvaar
Hij kwam geloof ik door de heg
Maar wist meteen voor goed de weg
Het was een heel gezonde knaap
Hij was heel zoet ook in zijn slaap
Zijn moeder zei; ‘Het is zo ’n schat,
ik wou, dat ik ook een zusje had’
Maar nummer twee, het was een strop
’t Was onze Jaap, hij speelde op
Hij maakte zich soms vreselijk kwaad
Als de pap wat kwam te laat
Het loon was erg laag, de behoefte groot
Hein werkte hard voor het dagelijks brood
En ’s avonds tuurde hij zich scheel
Op de bloempjes op fluweel
En Koosje had het schrik’lijk kwaad
Zij kon haast niet meer komen op straat
Zei, ‘Ik ben steeds maar alleen
Had ik maar familie om me heen’
Merci kwam, een lollige klant
Die zei wat is er aan de hand
Zij bespraken iets, ’t klinkt wel mal
Maar Willem liep in de val
De derde was zowaar Cato
En Koosje zei, ik heb zo’n lol
En verzocht ons allen op een suikerbol
Aaltje, Ploon, Jan en Bas
En Willem was ook in de pas
Ome Tinus en Tante Trijn
We hebben gesmuld, het was zo fijn
Het nestje werd nu veel te klein
Hein zocht al steeds, maar het moest groter zijn
Maar Hein de Rijk deed ook zijn best
Kom jelui maar in het kraaiennest
De baas lachte in zijn vuist
Die zit nu vast in het grote huis
Hein werkt nu vast voor mij alleen
En kan nu nergens meer heen
Mijnheer van Kints, een goede man
Dat die er nu weer tussen kwam
Hij gaf meer geld en dat was raak
Op de merkfabriek daar ben je baas
Doch hier beviel het Hein ook niet
Er was wat anders in ’t verschiet
Men zeiden wel; ‘Hij is een daas,
maar toch werd Hein maar eigen baas’
Het zaakje liep al dadelijk vlot
De Kwakelaars waren erg verzot
Maar toen de mobilisatie kwam
Raakte zij ook in de pan
Het raadsel was weer opgelost
Hein werd hulpbesteller bij de post
Maar toen het weer drukker werd
Heeft hij zijn baan opzij gezet
Zij kregen spoedig flinke knechts
Dus ging het zaakje opperbest
Maar ook met kleintjes, het is een klucht
Kees Voorn ging er voor op de vlucht
Het huis werd toen omgebouwd
Het is nu kazerne, half van hout
De voorkant is nu de salon
Dat is Koosje’s heiligdom
Hein dacht nu is het voor elkaar
‘Maar vrouw’, zeg hij, ‘wat doe je raar’
Zij bromde iets en zei toen mast
Ik wou, dat jij die kiespijn had
Ze was toen steeds uit haar humeur
Van die pijn, het is een gezeur
Maar spoedig nam ze het besluit
De hele boel ging er toen uit
De pijn, was ze nu toch kwijt
Maar een appel bijten, o wat een spijt
En kraken kan ik ook al niet
Toen kreeg ze gauw een nieuwe gebit
Voor het huis staat nu een mooie boog
Mijn keel wordt nu wel erg droog
Daarom zingen wij tot besluit
Lang leven Bruidegom en bruid
40-jarig huwelijksfeest
Op de derde dinsdag van september, 17-09-1946 werd het 40 jarige huwelijk van Hein en Koosje groots gevierd. Op 6 september was de aankondiging in het plaatselijke weekblad.
Op 17 september om 10:00 uur was er een gezongen H. mis en ’s avonds een diner bij huize Leenders.

Lieve Opa en Oma
O, wat ben ik heden blij
Want ik kom u feliciteren
Op Uw 40 jarig feestgetij
Veel geluk dan lieve Opa
Lieve Oma deze dag
Ik hoop dat Onze Lieve Heertje
U zijn zegen schenken mag
Ik vroeg voor u vanmorgen
Aan het Kindje jezus klein
Laat mijn Opa en mijn Oma
Lang nog saam gelukkig zijn
van Uw kleinkind Hennie


Foto gemaakt ter gelegenheid van het 40 jarig huwelijksfeest van Hein en Koosje in september 1946
Gelukwensen van Cobie en Jopie de Koning (dochters van Marie de Koning – Winter)


50-jarig huwelijksfeest
Door een kwakkelende gezondheid moest het 50-jarig huwelijksfeest in september 1956 tweemaal worden verzet. Eerst van 12 september naar 26 oktober en later naar een nader te bepalen datum.
Het gouden huwelijksfeest kon uiteindelijk gevierd worden op 25 april 1957. Ook nu weer de feestdag aangevangen (10:15u) met een ‘Plechtige gezongen Heilige Mis’, waarna er gezamenlijk ontbijt werd genuttigd.
De receptie was in de middag gepland van 14:30u tot 16:00u, waarna een borreluurtje voor ‘Jong en Oud’. Het diner begon om 18:00u.
Zoals gebruikelijk werd een programmaboekje opgesteld met een regelement van order, een tafelwet en met liedjes die steeds de volgende fase van het feest inluidde. Of het feest echt om 23:00u volgens programma was afgelopen, is maar de vraag?.

Vader en Moeder Winter, 6 april 1954 op de 70ste verjaardag van Hein.
Op het moment dat het 50-jarig huwelijksfeest werd gevierd bestond het gezin van Hein en Koosje Winter uit 15 kinderen, Agnes van Geem als aangenomen kind en waren er 25 kleinkinderen. De jongste was op dat moment Debora Winter de jonsgte dochter van Andre Winter en Debora van der Hoorn (geboren 29 september 1956).
Ada Bakker – Winter was zwanger van Rudo. Hij zou 2 maanden later op 6 juni geboren worden.
Na Rudo zouden er nog tien kleinkinderen geboren worden en Agnes van Geen zou nou drie kinderen krijgen.

Felicitaties van J.T A. (Jan) Winter, voorgedragen tijdens het 50-jarig huwelijksfeest

Geachte Bruid en Bruidegom,
Aan de bovenkant van de menukaart prijkt de trouwfoto van het bruidspaar van vijftig jaar geleden. Een groene band symboliseerde het nog jonge huwelijk. Bruid en Bruidegom, gij begon Uw huwelijksleven jong en blij, vol goede moed. Gij had elkander lief en durfde met deze liefde de komende strijd aan.
Een strijd, die U zeker niet onthouden is, een, die misschien groter is geweest, dat gij ons ooit hebt doen blijken. Vooral in de tijd, dat de Bruidegom nog werkzaam was als knecht en zich zo gaarne zelfstandig wilde vestigen. Toen zijn gezin reeds uit 5 kinderen bestond, begon hij zijn zaak in De Kwakel. Wat een moed en een door zettingsvermogen moet in U beiden geweest zijn om die tijd met zijn zorgen voor het steeds groeiende gezin door te komen.
Ik spreek steeds over zorgen. Bijna spreekwoordelijk zijn de zorgen verbonden aan zo’n groot gezin. Daartegenover stonden echter de vrolijke en blijde levensdagen. De Bruidegom vond zijn ontspanning in zeer hard werken, terwijl hij in zijn spaarzame vrije tijd een hele serie schilderijen en schilderijtjes maakte, die door heel de familie, maar ook ver daarbuiten, ten hoogste worden gewaardeerd. Overal vonden zij een ereplaats in de huiskamers. Ook de toneelvereniging had immer zijn grote aandacht. Hij verkreeg een grote vaardigheid in het schilderen van doeken, schermen en …… mensen.
Bruid vond haar ontspanning in haar kinderen. Nauwlettend werd steeds toegezien, dat zij keurig voor de dag kwamen. Verder vervulde zij haar burenplicht en zij waakte voor de goede gang van zaken in de Sint Elisabethvereniging, waar zij tal van jaren een bestuursfunctie vervulde.
Toen het zilveren huwelijksfeest werd gevierd, had U al Uw kinderen nog bij elkaar. Het feest was zo grandioos, dat er nog steeds over gesproken wordt. Ik behoef maar te denken aan de rode tafelwijn, die geserveerd werd.
Heel geleidelijk gingen Uw kinderen hun eigen vleugels uitslaan en verlieten de ouderlijke woning om zelf een gezin te stichten. Het bekende spreekwoord zegt: “Als er een schaap over de dam is, volgen er meer”, Alleen in de tweede wereldoorlog stagneerde het, maar daarna verlieten zij het ouderhuis in een versneld tempo. Ik wil hiermede geenszins zeggen, dat de gehuwden het een opluchting vonden de ouderlijke woning te verlaten. Niets is minder waar. U merkt het steeds weer aan de trek van hen naar De Kwakel.



Theo, Jaap, Jan en Ko hebben alle vier voor het schildersvak gekozen.
Tom werd banketbakker. Henk en André kozen voor een kantoorfunctie.
Ber was huisarts in Boxmeer.
Marie trouwde met Jan de Koning, Timmerman.
To trouwde met Piet van Vliet, Handelaar in huiden en vellen.
Janie trouwde met Wim Hilhorst, Banketbakker.
Beb trouwde met Koos bakker, Chauffeur.
Coby trouwde met Kees Verlaan, Opzichter.
Ada trouwde met jan Bakker, Tuinman.
Jos is de jongste dochter en beef ongetrouwd.
Vier van Uw zoons zijn in de voetsporen van hun vader getreden en hebben de liefde voor de kwast van de Bruidegom overgenomen. Eén is banketbakker geworden, waarbij hem de artistieke gaven van zijn vader goed van pas kwamen. Weer twee anderen hebben een kantoorfunctie gekozen. Ongetwijfeld kregen zij de accuratesse voor dit vak van U mee. U heeft namelijk nooit van half werk gehouden. Alles moest goed en af zijn.
De laatste zoon koos de loopbaan van een huisarts. Of moeten wij dit een roeping noemen, die aangewakkerd werd door de Bruid? Een roeping of een vak, het doorzettingsvermogen om dit te bereiken kunnen wij bij Bruid en Bruidegom terugvinden.
Eén van de dochters trouwde met een timmerman. Zij was de eerste, die op eigen benen ging staan. Het zorgzame zien wij terug bij de Bruid. De oudste dochter trad in het huwelijk met een handelaar in huiden en vellen. Het mocht niet zo zijn, dat hij hier tegenwoordig is. Onze Lieve Heer had andere plannen en haalde hem bij Zich in de hemel. In mijn zuster zie ik vele keren de zuinigheid en bedachtzaamheid van het Bruidspaar.
De derde trouwde een banketbakker. Het plezierige en spraakzame lijkt toch wel een beetje op het doen en laten van de Bruid. De vierde zuster vond in een chauffeur haar levensgezel. Het bemoederen en de bezorgdheid vind ik ook weer bij U terug. Het vijfde meisje ontmoette een opzichter op haar levenspad. Het vlijtige en het nette is toch altijd Uw streven geweest. De zesde huwde een tuinman, Haar handigheid is ook een trek van de Bruid. De jongste is nog thuis, waar zij vele keren de taak van gastvrouw vervult. Hierin zie ik de gulle gastvrijheid van het Bruidspaar.

In de moeilijke oorlogsjaren werd Agnes in ons gezin opgenomen. Zelfs over haar gingen Uw zorgen. In Uw groot gezin, met de vele moeilijkheden, die de oorlog meebracht, heeft U haar liefdevol opgenomen, alsof het Uw eigen kind was.
Al pratende zijn al mijn zusters en broers de revue gepasseerd. Ook Uw schoondochters en schoonzoons mag ik niet vergeten. Zeer zeker zien gij in U hun vader en moeder. Altijd komen zij graag en vaak bij U in huis. U bereidt ook hun altijd een hartelijk welkom.
Zo langzamerhand kom ik terecht bij de foto onder de menukaart. De gouden band geeft aan, dat dit een foto van de laatste tijd is. Glorieus, doch vijftig jaar ouder zijn het Bruidspaar.
Wel zijn zij getekend door de levensstrijd, Maar bovenal nog gezond naar ziel en lichaam. Het goud siert nu alles, wat Gij met Gods hulp hebt tot stand gebracht. Moge het U gegeven zijn, dat de goede God U nog jaren spaart, tot glorie van Hem, maar niet minder van ons, Uw kinderen en aangetrouwde kinderen.
IK ben er van overtuigd de tolk te zijn van allen, wanneer ik u hartelijk dank voor al het geode, dat U voor ons heeft gedaan en nog steeds doet. Moge God U daarvoor ruimschoots belonen.
J.T A (Jan) Winter
Nes aan den Amstel

Onder Moeders Crinoline.
Voordracht door Jopie de Koning met medewerking van Cobi Winter, Thea Winter, Rina de Koning, Richard Hilhorst en Henri Hilhorst.

Gelukwensen van Helma Bakker (dochters van Ada Bakker – Winter)



Gelukwensen van Richard, Henri, Ineke en Pim Hilhorst (kinderen van Janie Hilhorst – Winter)


55-jarig huwelijksfeest
Op 12 september 1961 werd het 55-jarig huwelijk van vader en moeder Winter gevierd met een diner bij Leenders. Dit keer werd het feest binnen de intieme familiekring gevierd met versjes voorgedragen door de kleinkinderen..
Als cadeau van de kinderen en kleinkinderen kregen vader en moeder een ronde eiken tafel met een dorsnede van 130cm, zes stoelen en een damasten tafelkleed met idem stoelkussens.
Tijdens het diner haalde oom Willem Nieman uit Hilversum oude herinneringen op.


